Deze keer: Buigkracht
Cognitieve flexibiliteit noemen we Buigkracht in het Breinheldenprogramma.
Als je moet schakelen, gebruik je je Buigkracht. Als je moet omgaan met veranderingen ook. En ook als meerdere of juist andere oplossingen voor een probleem nodig zijn. Kinderen die hier moeite mee hebben, houden erg vast aan de structuur, geven controle niet graag uit handen en hebben moeite met veranderingen. De dingen in het leven gaan niet altijd zoals je dat gepland of van tevoren bedacht had. Daarom is het zinvol om de Buigkracht van kinderen te versterken. Dit doe je door ze niet alleen te betrekken bij de structuur die je aanbrengt, maar ook door ze te betrekken bij het langzaam loslaten ervan.
Je hebt Buigkracht als je:
(groep 1-8)
* een alternatief weet te bedenken als oplossing 1 niet werkt of een plan verandert
* ermee kunt omgaan als er iets verandert (regels of afspraken)
* begrijpt dat andere kinderen dingen op een andere manier kunnen doen
* goed kunt schakelen van de ene activiteit naar de andere
(groep 5-8)
* je kunt verplaatsen in het standpunt van een ander
(groep 7-8)
* vriendschappen kunt sluiten en onderhouden
* ermee kunt omgaan dat anderen in je persoonlijke ruimte komen
Tips voor thuis
Merk je dat je kind Buigkracht nog moeilijk vindt?
Probeer dan dit eens:
> probeer niet teveel veranderingen tegelijk in te voeren
> probeer je zoveel mogelijk aan plannen te houden
> waarschuw vooraf voor wat komen gaat
> oefen een nieuwe situatie eens door de stappen die gaan komen te bespreken of te
oefenen
> maak complexe taken eenvoudiger
> sommige kinderen worden flexibeler als ze zelf een keuze hebben, dat geeft ze de
controle terug
In een onderbouwgroep zei een kind: “ Als ik elke keer op het strand een hamburger eet en dan in een keer wat anders, dan heb ik buigkracht!”