Nieuwsupdate 7!
Update week 15
Vanwege het coronavirus heeft het kabinet uitzonderlijke economische maatregelen genomen. De afgelopen weken zijn de verschillende economische maatregelen in werking getreden. Omdat de regelingen niet altijd direct tot de gewenste maatschappelijk gevolgen leiden, zijn de voorwaarden van verschillende regelingen gewijzigd. In deze nieuwsbrief geven wij u een samenvatting van de belangrijkste maatregelen inclusief de nu geldende voorwaarden.


1.        Uitstel van betaling diverse belastingen

Bij de Belastingdienst kan digitaal 3 maanden bijzonder uitstel van belastingbetaling worden aangevraagd. Dit kunnen wij voor u regelen maar u kunt dit ook zelf doen.

Om bijzonder uitstel van betaling te kunnen aanvragen heeft u een aanslag nodig. Met behulp van deze aanslag kan bijzonder uitstel van betaling worden aangevraagd. Uitstel kan in één keer worden aangevraagd voor zowel deze aanslag als de andere aanslagen die in de 3-maandsperiode zullen worden ontvangen.

Bijzonder uitstel van betaling kan worden aangevraagd voor de volgende belastingen:
  • Inkomstenbelasting;
  • Vennootschapsbelasting;
  • Omzetbelasting;
  • Loonbelasting;
  • Kansspelbelasting;
  • Accijns;
  • Verbruiksbelasting alcoholvrije dranken;
  • Assurantiebelasting;
  • Verhuurderheffing;
  • Energiebelasting en andere milieubelastingen.

Na ontvangst van het digitale verzoek wordt door de Belastingdienst de invordering direct voor 3 maanden stilgelegd. Het uitstel geldt voor de belastingschuld op moment van aanvraag, maar ook voor de schulden die er in de 3 uitstelmaanden bij komen.

Langer uitstel nodig
Het verkrijgen van langer uitstel dan 3 maanden wordt voor kleine ondernemers versoepeld. Als de totale belastingschuld lager is dan € 20.000 euro dan kan op verzoek de uitstelperiode worden verlengd. Er dient dan wel te worden aangetoond dat de omzetcijfers, bestellingen en/of reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van vorige maanden.

Als de totale belastingschuld € 20.000 euro of hoger is dan dient bij een aanvullend uitstelverzoek een derde verklaring van een deskundige te worden verstrekt. Als uw adviseur kunnen t.z.t. wellicht een dergelijke verklaring verstrekken. Over de voorwaarden waaraan een derde verklaring dient te voldoen zal de Belastingdienst later nog nadere informatie verstrekken.


2.        Melding betalingsonmacht

Veel rechtspersonen zijn nu niet in staat om de verschuldigde loonbelasting, omzetbelasting en pensioenpremies op tijd te betalen. Normaal gesproken dient een dergelijke betalingsonmacht dient binnen 14 dagen te worden bij zowel de Belastingdienst als het bedrijfstakpensioenfonds. Een dergelijke melding geldt niet voor een onderneming die privé wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak, maatschap of V.O.F.

De overheid heeft besloten dat een melding betalingsonmacht bij de Belastingdienst niet langer noodzakelijk is voor VPB-plichtige rechtspersonen als voor de belastingschulden digitaal bijzonder uitstel van betaling voor 3 maanden is aangevraagd.

Bedrijfstakpensioenfonds
De melding bij het bedrijfstakpensioenfonds is, voor zover nu bekend, nog wel steeds verplicht. Wij raden u aan om deze melding op tijd te verrichten of door ons te laten verrichten. Als de betalingsonmacht niet tijdig is gemeld zal het bedrijfstakpensioenfonds de bestuurder aansprakelijk stellen voor de niet betaalde premies waarvoor een tijdige melding ontbreekt.


3.        Deblokkeren G-rekening versoepelt

Bedrijven met een G-rekening kunnen middels een formulier een verzoek indienen bij de Belastingdienst om de G-rekening (gedeeltelijk) te deblokkeren. Normaal kan bij deblokkering alleen het overschot op de G-rekening worden vrijgegeven. Nu worden tijdelijk ook bedragen vrijgegeven die zijn gereserveerd voor de loonheffing of omzetbelasting mits de ondernemer bijzonder uitstel van betaling heeft aangevraagd. Op deze wijze krijgen ondernemers met een G-rekening dezelfde mogelijkheden voor bijzonder uitstel van betaling van belasting als ondernemers zonder G-rekening.


4. Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren - Noodloket gift € 4.000

Ondernemers die sterk zijn geraakt door de maatregelen van het kabinet om het Coronavirus te bestrijden komen, mits er aan de voorwaarden wordt voldaan, in aanmerking voor een eenmalige belastingvrije gift van € 4.000.

Meer SBI-codes komen in aanmerking
Een van de voorwaarden is dat de SBI-code van de hoofdactiviteit van de onderneming in aanmerking komt voor deze regeling. De lijst met SBI-codes die in aanmerking komt is al meerdere keren uitgebreid. Met behulp van uw KvK-nummer en onderstaande link kunt u nagaan of uw hoofdactiviteit nu in aanmerking komt voor de regeling.
Vanaf 15 april 2020 kunnen ondernemingen waarvan de SBI-code nieuw is toegevoegd de belastingvrije gift aanvragen.


Daarnaast dient de onderneming nog cumulatief te voldoen aan de volgende voorwaarden om in aanmerking te komen voor de eenmalige belastingvrije gift van € 4.000:
  • De onderneming moet zijn opgericht en ingeschreven bij de KvK op 15 maart 2020;
  • De onderneming is in Nederland gevestigd;
  • De onderneming is geen overheidsbedrijf;
  • De onderneming is niet failliet;
  • De onderneming heeft geen verzoek tot verlening van surseance van betaling ingediend bij de rechtbank.
  • De onderneming heeft maximaal 250 medewerkers in dienst;
  • De onderneming mag niet fysiek zijn gevestigd op een woonadres. Op deze voorwaarde wordt één uitzondering gemaakt die alleen voor horecaondernemers geldt. De ondernemer en diens onderneming mogen wel op hetzelfde (woon)adres ingeschreven staan, mits op dat adres ook de horecagelegenheid is gevestigd;
  • Het is de verwachting dat de onderneming in de periode van 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 een omzetverlies zal leiden van ten minste € 4.000;
  • De vaste lasten in de periode 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 bedragen ten minste € 4.000, ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen;

Indien u aan de voorwaarden voldoet kan de eenmalige belastingvrije gift van € 4.000 worden aangevraagd. Wij kunnen dit voor u regelen maar u kunt er ook voor kiezen om dit zelf te doen.


5.         Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO)

De TOZO geldt voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers, die financieel in de problemen komen door de coronacrisis en niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. De exacte inhoud van deze regeling dient nog door de overheid te worden uitgewerkt.

Als u voldoet aan de reeds bekende voorwaarden dan kunt u via uw woongemeente ondersteuning aanvragen voor een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of bedrijfskapitaal. Middels onderstaande link kunt u na gaan of u voor TOZO in aanmerking komt.

De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen voor maximaal 3 maanden aan tot het sociaal minimum. De hoogte van de inkomensondersteuning is afhankelijk van het inkomen en bedraagt maximaal 1.500 euro (netto) voor gehuwden of 1.050 euro (netto) per maand voor alleenstaanden vanaf 21 jaar. Voor personen onder de 21 jaar gelden andere normbedragen.

Op een lening voor bedrijfskapitaal kunt u een beroep doen om liquiditeitsproblemen op te lossen. U kunt een lening aanvragen voor bedrijfskapitaal tot maximaal € 10.157 tegen 2% rente. Deze lening mag niet worden aangewend om bestaande leningen mee te herfinancieren. De looptijd van de lening bedraagt maximaal 3 jaar en tot het einde van dit jaar hoeft er te worden afgelost.

Per huishouden wordt maximaal 1 keer een uitkering en bedrijfskapitaal toegekend. Dus u krijgt maximaal 1 TOZO per huishouden. De TOZO vraagt u aan op het laagste inkomen binnen het huishouden.

De TOZO geldt vooralsnog voor periode van 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 en kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd.

DGA
Doordat de exacte uitwerking van de TOZO regeling nog niet bekend is, kunnen wij vooralsnog niet aangeven of, en zo ja onder welke voorwaarden, een DGA mogelijk gebruik kan maken van deze regeling. Zodra de tekst van de regeling gepubliceerd is zullen wij nagaan wat de mogelijkheden zijn. Als de TOZO wordt opengesteld voor alle DGA’s die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien dan zullen wij u daar uiteraard over informeren.


6.        Gebruikelijk loon 2020 achteraf vaststellen

Als de coronacrisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van een vennootschap dan kan de DGA gedurende 2020 tijdelijk een lager maandloon afspreken.

Aan het einde van het jaar stelt de vennootschap het gebruikelijk jaarloon voor 2020 vast en vermeldt dit in de aangifte loonheffingen. Dit betekent dat het gebruikelijk loon voor 2020 achteraf bepaald mag worden zodat duidelijk is wat de impact van de coronacrisis op de vennootschap is geweest.

Het loon van de DGA mag niet met terugwerkende kracht worden verlaagd. Het loon in de verstreken perioden in 2020 wordt gehandhaafd. Het loon in de toekomstige maanden in 2020 kan wel worden verlaagd.


7.        Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

Werkgevers die structureel omzetverlies hebben en voldoen aan de voorwaarden, kunnen met de NOW een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen. Hiermee biedt de overheid een tegemoetkoming in de loonkosten, zodat zoveel mogelijk werknemers in dienst kunnen blijven. Werkgevers ontvangen van het UWV na goedkeuring van de aanvraag een voorschot van 80% in 3 termijnen als hun aanvraag is goedgekeurd.

De NOW geldt voor alle werkgevers die werknemers in dienst hebben die in Nederland sociaal verzekerd zijn. De regeling is bedoeld voor ondernemers met personeel die gedurende 3 maanden minimaal 20% omzetverlies verwachten. Werkgevers kunnen met de nieuwe regeling een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten en hiervoor van het UWV een voorschot ontvangen. Daarbij geldt hoe hoger het omzetverlies is, hoe hoger de tegemoetkoming uitvalt. Iedereen voor wie loonaangifte wordt gedaan en die verzekerd is voor de WW, ZW of WIA, valt onder de loonsom waarvoor subsidie ontvangen kan worden.

De regeling is ook bedoeld voor recent gestarte ondernemers. Voorwaarde is wel dat u voor 1 maart 2020 minstens 1 maand omzet hebt gedraaid.

Bedrijven die gedurende 3 maanden ten minste 20% omzetverlies hebben, kunnen met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 een tegemoetkoming van maximaal 90% van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Bij een omzetverlies van 100% is dat 90%, bij bijvoorbeeld 50% omzetverlies wordt dat 45% van de totale loonsom, etc.

Bij de aanvraag wordt de verwachte omzetdaling opgegeven. Als UWV positief oordeelt, keert het een voorschot van 80% uit, verspreid over 3 termijnen. Het eerste deel ontvangt de werkgever binnen 2 tot 4 weken na de aanvraag.

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient vaststelling van de subsidie te worden aangevraagd. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 52 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht.


8.        Ondernemer – Borgstelling BMKB-kredieten (BMKB) uitgebreid

De regels voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) zijn versoepeld. Bij de normale BMKB borgstelling staat de overheid garant voor 90% van de helft van de financiering. Dit komt neer op 45%. Met de BMKB-C regeling heeft het kabinet het borgstellingskrediet verhoogd van de helft naar 75%. De overheid staat dan voor 67,5% van de lening garant. Daarnaast geldt de regeling nu ook voor overbruggingskredieten en rekening courant kredieten met een looptijd tot 2 jaar. De aangepaste regeling, BMKB-C regeling, is per 16 maart 2020 van kracht. Op 7 april 2020 heeft het kabinet besloten om de premie voor de BMKB-regeling te verlagen van 3.9% naar 2%.

De BMKB-C is bestemd voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers (fte) met een jaaromzet tot 50 miljoen euro of een balanstotaal tot 43 miljoen euro. Zowel zzp’ers als MKB’ers kunnen er via hun financier een beroep op doen. Hebt u een bedrijf dat deze grenzen te boven gaat, kijk dan naar de mogelijkheden van de GO-regeling.

De volgende bedrijfsgroepen en financieringsdoelen zijn uitgesloten: grootbedrijf, natuurlijke (privé) personen, landbouw, visserij, publieke gezondheidzorg, bedrijven in de financiële sector en vastgoed. Deze sectoren hebben hun eigen ondersteunende instanties/regelingen zoals voor de landbouw de Borgstelling landbouwkredieten.

Een persoonlijke borgtocht van een meerderheidsaandeelhouder, voor wanneer de onderneming in een rechtspersoon, zoals een B.V., wordt gedreven, is een vereiste. Bij de normale BMKB moet de meerderheidsaandeelhouder, veelal de DGA, als privé persoon borg staan voor 25% van de financiering met BMKB. Voor de BMKB-C regeling is dat percentage verlaagd naar 10% van de borgstellingsfinanciering.

Toepassing van deze regeling kunt u niet zelf aanvragen. U dient contact op te nemen met uw financier die toepassing van de regeling kan aanvragen indien aan de voorwaarden is voldaan.

Aandachtspunten
De aanvraag voor een borgstellingskrediet valt samen met de kredietaanvraag bij de financier. De financier beslist of hij een borgstellingskrediet verleent en onder welke voorwaarden. Als de financier een krediet wil verstrekken, dan moet u met hem onderhandelen over de kredietvoorwaarden. Uiteraard moet de financier de BMKB voorwaarden in acht nemen. Nadat de offerte is ondertekend meldt de financier het verleende borgstellingskrediet aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Pas na deze melding is de garantstelling van de overheid een feit. Het kan voorkomen dat een financier de melding achterwege laat. Dat kan nare gevolgen hebben, dus wees hierop alert, vraag altijd een bevestiging van de melding aan de financier.


9.        Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) verruimd en uitgebreid

MKB’ers en grote bedrijven die moeite hebben om bankleningen en –garanties te krijgen kunnen gebruikmaken van de Garantie Ondernemersfinanciering-regeling, kortweg GO. Deze regeling bestond al, maar is vanwege de bijzondere omstandigheden versoepeld.

Het kabinet heeft op 7 april 2020 aangekondigd het garantieplafond van de GO te verhogen naar 10 miljard euro. Met de GO geeft de overheid een 80% garantie op bankleningen en bankgaranties voor grootbedrijven en 90% voor het MKB.

U kunt met de GO-regeling minimaal € 1,5 miljoen en maximaal € 150 miljoen lenen.

Om te zorgen dat ook grotere bedrijven toegang hebben tot leningen, ‘committeert het kabinet zich om alle garantieruimte te verstrekken die nodig is’. Deze regeling moet worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Het kabinet is in overleg met de banken om deze regeling – na goedkeuring - z.s.m. open te stellen.

Om voor de GO-regeling in aanmerking te komen dient u aan de volgende voorwaarden te voldoen:
  • U heeft een (middel)grote onderneming met substantiële activiteiten in Nederland, Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
  • Uw onderneming is in de kern gezond.
  • Uw onderneming heeft bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven.
  • U heeft alleen Fresh Money.
  • Uw onderneming heeft geen bovenmatige kapitaalonttrekking in de laatste 12 maanden.
  • U vraagt GO aan voor alleen financiering van eigen bedrijfsactiviteiten.

Om gebruik te maken van de regeling meldt u zich bij uw bank. De bank vraagt de GO aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Pas na deze melding is de garantstelling van de overheid een feit. Het kan voorkomen dat een financier de melding achterwege laat. Dat kan nare gevolgen hebben, dus wees hierop alert, vraag altijd een bevestiging van de melding aan de financier.

Heeft u vragen? Bel ons!
Daamen & van Sluis Accountants en Belastingadviseurs
T +31(0)10 458 11 44
info@daasluis.nl