Nieuwsupdate 8!
Corona: Aanvullende fiscale maatregelen
Corona: Aanvullende fiscale maatregelen

Het kabinet heeft recent 6 additionele tijdelijke belastingmaatregelen aangekondigd, namelijk:
  1. Een verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling
  2. Een versoepeling van het urencriterium
  3. Een verhoging van de vrije ruimte in de werkkostenregeling
  4. De mogelijkheid tot het vormen van een fiscale coronareserve
  5. Uitstel van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap
  6. Het mogelijk maken van tijdelijk uitstel van hypotheekbetalingen zonder verlies van het recht op hypotheekrenteaftrek voor de eigen woning (hypotheekbetaalpauze).

Aan de uitwerking van deze nieuwe fiscale regels wordt nog door de overheid gewerkt. Hieronder treft u in hoofdlijnen de inhoud van deze fiscale maatregelen aan.

1. Gebruikelijk loon

DGA’s werken vaak voor een vennootschap waarin zij direct of indirect ten minste 5% van de aandelen bezitten. In dat geval dienen zij een passende arbeidsbeloning te ontvangen, het zogenoemde gebruikelijk loon, waarover loonheffingen verschuldigd zijn.

Ook als de onderneming minder of geen omzet behaalt, moet deze belasting nog steeds worden betaald. Omdat er door de coronacrisis veel omzetverlies is, wordt mogelijk gemaakt dat deze ondernemers tijdelijk van een lager loon mogen uitgaan, in verhouding tot de omzetdaling van het bedrijf. Daarbij wordt hetzelfde deel van het jaar in 2020 dan vergeleken met dezelfde periode in 2019.

2.   Urencriterium

Ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op verschillende ondernemersfaciliteiten. Op sommige van deze ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve kan uitsluitend aanspraak worden gemaakt als aan het zogenoemde urencriterium wordt voldaan. Aan dit urencriterium wordt voldaan wanneer de ondernemer ten minste 1.225 uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor zijn onderneming.

Het feit dat ondernemers puur als gevolg van het coronavirus bepaalde ondernemersfaciliteiten dreigen te verliezen is onwenselijk.

Het kabinet regelt dat ondernemers in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 geacht worden ten minste 24 uren per week aan hun onderneming te hebben besteed, ook als ze die gelet op de coronacrisis niet daadwerkelijk hebben besteed. Voor dit urenaantal is gekozen, omdat dit het wekelijkse gemiddelde is van 1.225 uur op kalenderjaarbasis.

In lijn met deze systematiek wordt het verlaagde urencriterium van 800 uren per kalenderjaar in de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid versoepeld, waardoor de betreffende ondernemers geacht worden in de genoemde periode ten minste 16 uren per week aan hun onderneming te hebben besteed.

Voor seizoensgebonden ondernemers wordt een aanvullende regeling getroffen. Zij worden geacht het aantal uren te hebben besteed in deze periode zoals zij dat ook in andere jaren plegen te doen.

3. Werkkostenregeling

Via de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De vrije ruimte die werkgevers hebben om deze onbelaste vergoedingen te geven wordt eenmalig verhoogd van 1,7% naar 3% voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever. Werkgevers die daar ruimte voor hebben kunnen hun werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld door het verstrekken van een bloemetje of een cadeaubon. Dit kan ook een boost geven aan sectoren die sterk getroffen zijn door de crisis.


4.   Fiscale coronareserve

Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk geld bij de bedrijven blijft, wordt het mogelijk om verliezen die bedrijven die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting, dit jaar verwachten te lijden, alvast in aanmerking nemen bij het bepalen van de winst van 2019.

Normaal kan dit ‘verrekenen’ pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vennootschapsbelasting 2020, wat niet eerder dan begin 2021 of later zal zijn.

Het kabinet vindt het onwenselijk als bedrijven zo lang moeten wachten op die mogelijkheid. Daarom zal het kabinet het voor deze bedrijven mogelijk maken om voor de vennootschapsbelasting het verwachte verlies voor het jaar 2020 door de coronacrisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van het jaar 2019 te brengen. Hierbij geldt dat deze coronareserve niet hoger mag zijn dan de winst van 2019.

Door de mogelijkheid van het vormen van een fiscale coronareserve kan een teruggave van de eerder over 2019 betaalde en te betalen vennootschapsbelasting door middel van een nadere voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 worden gevraagd. Wij kunnen voor u een verzoek indienen om de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 te verlagen zodat u op korte termijn geld terug ontvangt van de Belastingdienst.

5. Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap

Het wetsvoorstel maakt het belasten van schulden van de DGA aan de eigen vennootschap die hoger zijn dan € 500.000 (exclusief eigenwoningschulden) mogelijk. Dit kan betekenen dat DGA’s met een hogere schuld deze in de aanloop naar de inwerkingtreding van de wet willen aflossen tot in ieder geval de vastgestelde € 500.000.

Vanwege de crisis kan dat op dit moment mogelijk lastiger voor hen zijn. Om DGA’s hierin tegemoet te komen wil het kabinet de inwerkingtreding van de wet met 1 jaar uitstellen.

Door de inwerkingtreding met 1 jaar uit te stellen tot 1 januari 2023 hebben DGA’s tot 31 december 2023 (eerste peildatum) om te anticiperen op het wetsvoorstel.

6. Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen

Kredietverstrekkers zoals banken willen klanten de mogelijkheid bieden een betaalpauze van rente en aflossing aan te gaan voor maximaal zes maanden, als zij tijdens de coronacrisis tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen.

Voor hypotheken waarvoor een fiscale aflossingsverplichting geldt, moet dit volgens de huidige fiscale regels bij een pauze in 2020, uiterlijk in 2021 worden terugbetaald.

Een nieuw beleidsbesluit regelt twee zaken:
  1. De aflossingsachterstand hoeft niet uiterlijk 31 december 2021 te worden betaald, maar kan deze (direct) worden uitgesmeerd over de resterende looptijd (van maximaal 360 maanden).
  2. Een klant kan in plaats hiervan er voor kiezen om zijn resterende lening te splitsen. Hierdoor hoeft de maximaal zes maanden achterstand niet per definitie te worden uitgesmeerd over de resterende looptijd, maar kan dit ook apart binnen bijvoorbeeld vijf jaar worden afbetaald. De overheid biedt hiermee meer mogelijkheden tot maatwerk.

Heeft u vragen? Bel ons!
Daamen & van Sluis Accountants en Belastingadviseurs
T +31(0)10 458 11 44
info@daasluis.nl