Contactlens Nieuws Nederland
|
|
Maart 2021
CNNederland maakt sinds 2007 maandelijks een onafhankelijke selectie van nieuwe, relevante publicaties uit de internationale literatuur op het gebied van contactlenzen. Klik hier voor een webversie van CNNederland
|
|
Waarschijnlijk spelt u niet elke uitgave van 'Progress in Retinal and Eye Research' - maar misschien onderschat ik onze beroepsgroep daarmee schromelijk. Het is een vakblad waar ik eerlijk gezegd nauwelijks aan toe kom - en zelfs het bestaan ervan komt me slechts vagelijk bekend voor. Het wetenschappelijke tijdschrift staat echter prominent op nummer 1 in de ranglijst van oogheelkundige vakbladen, wat voornamelijk gebaseerd is op het feit dat de artikelen die erin staan de meest geciteerde artikelen zijn. Vakbladen waar wij vaak mee van doen hebben, zoals Contact Lens & Anterior Eye (BCLA journal) en Optometry & Vision Science (Amercian Academy of Optometry journal), staan ter vergelijking respectievelijk op plaats 33 en 34 (op geruime afstand dus). Dit om het gewicht aan te geven van een nieuw artikel van Noel Brennan - onlangs nog te gast in CNN-live - over myopie management. Het artikel geeft uitstekend weer wat de mogelijkheden zijn, én wat de beperkingen zijn. Het is veel te veel om op te noemen. Maar een poging daartoe in het volgende item.
|
|
Als het hele artikel ('slechts' 30 pagina's lang, een half boek) samengevat zou moeten worden in een aantal hoofdpunten, dan zou het erop neerkomen dat we allereerst moeten afleren om de effectiviteit van myopie management interventies uit te drukken als percentages, in plaats van in absolute waarden. Dit geldt voor de oogzorg medewerker, én voor de industrie die de producten voor de interventies levert. Verder zou voor die genoemde absolute waarden aslengte gebruikt moeten worden, in plaats van dioptrie. De subjectieve, maar ook objectieve, refractie is te veel onderhevig aan schommelingen en (natuurlijke) variaties. De effectiviteit van myopie management volgens die criteria is waarschijnlijk minder goed dan voorheen werd aangenomen. Er zijn vele interventiemethodes. De verschillen tussen de 'top 3' zijn niet zo groot (meer). Het betreft hier atropine (druppels), orthokeratologie en multifocaal zacht voor myopie. Kortom, er is geen echte superiore methode van interventie. Sommige hebben duidelijk minder of geen effect. 0.01% atropine hoort daarbij. De resultaten van nieuwe brillenglazen tegen myopie progressie zien er veelbelovend uit, maar daar is nog niet genoeg onderzoek naar gedaan. Verder kan vastgesteld worden dat de initiële respons op myopie interventie zich meestal niet lineair doorzet, maar afzwakt. Ook moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van een rebound effect (dat een deel van de myopie weer terugkomt na stoppen van de interventie). Tegelijkertijd wordt gesteld dat ook kleine stapjes in myopiereductie een groot effect kunnen hebben op het voorkomen van (met name) myope macula degeneratie, met mogelijk permanent visusverlies als gevolg. Dat wil zeggen dat in de relatief korte periode van grofweg 8-12 jaar vrijwel alles uit de kast moet worden gehaald, om zoveel mogelijk myopieprogressie te voorkomen. En volgens de onderzoekers moeten alle myopen van onder de 12 jaar actief myopie management aangeraden krijgen. Een taak en een verantwoordelijkheid voor ons allemaal. Zie link hieronder voor het hele (open access) verhaal.
|
|
Maandag 15 maart jongstleden organiseerde de OVN een online congres wat voor iedereen toegankelijk was, en dat nog steeds 'on demand' terug te kijken is. Naast dat in een 'talkshow' myopie management aan bod kwam, was er een speciale myopie-sessie (geheel van Nederlandse bodem) met Clair Enthoven, Karin Teuben, Daisy Laan en Emily Tan over het 'maatwerk' dat myopie management is. Zie ook het artikel van Karin Teuben over myopie, het dragen van contactlenzen en leeftijdsbegrenzing in VISUS.
|
|
Lenspassing vs Conjunctivale Afdruk
|
|
In de serie 'op de micron nauwkeurig': hoe zit het met de invloed van de lenspassing? Indien we een lens aanpassen met een 0.4mm vlakkere en/of diepere basiscurve radius (BC), wat is het effect daarvan op het oculaire oppervlak? James Wolffsohn besprak als medeonderzoeker die studie op het recente OVN congres. Ze vonden een behoorlijke afdruk van de zachte lenzen op de conjunctiva, maar de onderzoekers concluderen dat dit deels te verklaren is door optische artefacten van de OCT meting. Maar ook na correctie daarvoor waren er nog duidelijke verschillen te zien. De lenzen met een diepere BC lieten een 11.5 micron diepere afdruk zien op de conjuntiva, terwijl dit statistisch signifant minder was bij een 'optimale' BC (6.5 micron) en bij een vlakke BC (4 micron). Wat interessant was, was dat dit niet gerelateerd was aan conjunctivale staining: noch de lenspassing noch de conjunctivale afdruk was daarmee gecorreleerd. Wat verder opvalt is dat de lenscentratie wel beïnvloed werd door de lenspassing (meer decentratie bij de vlakkere BC, geen verschil tussen optimale en diepe passing), maar vooral dat de lensbeweging ogenschijnlijk hetzelfde was ongeacht de BC. Wat hierbij moet worden aangetekend is dat zowel centratie als beweging subjectief werden beoordeeld met een graderingsschaal. Dit zet zowel vraagtekens bij het subjectief beoordelen, als (potentieel) het effect van lensparameters op de lenspassing.
|
|
Contact Lens & Anterior Eye - Special
|
|
Het bovenstaande item geeft gewicht aan het fenomeen 'fysiologisch manager van het oog waar een contactlens op zit'. In lijn hiermee: de gehele februari editie van Contact Lens & Anterior Eye staat in het teken van 'Adaptation and Adverse Responses to Contact Lens Wear'. De informatie van deze editie is te veel om op te noemen, dus hier volgt een kleine selectie. En meer erover volgt ook in de volgende editie van CNNederland. Eric Papas en collega's keken bijvoorbeeld naar factoren die leiden tot de beleving van discomfort tijdens lensdragen. Ze vonden dat discomfort geassocieerd was met de lengte van lensdragen (het aantal uren dat de lens op het oog zit), en niet met het tijdstip van de dag. 'Einde-dag' discomfort heeft dus niets te maken het het einde van de dag als zodanig, maar met de tijd dat de lenzen gedragen waren. Een uitgebreid review artikel van Shrestha et al. keek naar de twee micro-organismen die verreweg het meest voorkomen bij contact lens gerelateerde bacteriële keratitis: Pseudomonas aeruginosa en Staphylococcus aureus. Een keratitis met respectievelijk óf deze gramnegatieve óf deze grampositieve bacterie verschilt substantieel qua symptomen, waardoor de diagnose een uitdaging is en wat een vertraging in behandeling en sub-optimale visuele uitkomst als gevolg kan hebben. Mickles et al. ontwikkelden een vragenlijst voor jongeren om risicofactoren voor complicaties beter in te schalen. Ze testten deze 'Contact Lens Assessment in Youth Contact Lens Risk Survey (CLRS)' onder 174 jonge zachte lensdragers, en vonden dat de vragenlijst in staat was gezonde van niet-gezonde zachte lensdragers te onderscheiden, en niet-serieuze contactlens complicaties van serieuze complicaties. In de conclusie stellen de onderzoekers dat als een zachte lensdrager een hoog-risico score heeft, dat de aanpasser in dat geval een focus zou moeten hebben op veiligere lensopties, zoals het uitsluiten van slapen met de lenzen in en het aanmoedigen van het gebruik van daglenzen.
|
|
Clinical Contact Lens Management Guide
|
|
De 'Clinical Contact Lens Management Guide' van CORE is een online mini-handboek voor contactlensmanagement. De belangrijkste problemen worden in kaart gebracht en praktische oplossingen aangedragen. We lichten er steeds een item uit in deze nieuwsbrief.
|
|
Vloeistof Overgevoeligheid
|
|
SUBJECTIEF
- Jeuk, branderig en/of stekend gevoel
- Roodheid
OBJECTIEF
- Vaak aan beide ogen
- Vaker bij zachte dan bij vormstabiele lensdragers
- Hevige reactie soms onmiddellijk na inzetten lens. Infiltraten zijn mogelijk
ASSESSMENT
- Niet te verwarren met vloeistof toxiciteit (volgende editie van CNNederland)
- Immuunreactie tegen diverse bestanddelen in vloeistoffen is mogelijk, wat soms maanden of jaren duurt om te ontwikkelen
- Komt minder vaak voor met moderne vloeistoffen
- Sluit MK uit
PLAN
- Ga over op conserveermiddel-vrije vloeistoffen of waterstofperoxide systemen
- Vervang lenzen regelmatig
- Roodheid en irritatie verdwijnen meestal binnen 48 uur na uithalen lenzen
- Infiltraten, het kan een week of langer duren voor ze verdwijnen
- Overweeg daglenzen om vloeistofgebruik in zijn geheel te vermijden
|
|
CNN live - Fysiologisch Manager
|
|
Woensdagavond 31 maart om 19.30u organiseert Johnson & Johnson een CNN live event rond het thema 'fysiologisch manager van het oog bij het dragen van contactlenzen' op basis van een aantal van de items genoemd in deze CNNederland nieuwsbrief.
HOE managen we de gezondheid van het oog, en WAT is onze rol in de contactlenspraktijk eigenlijk (aanpasser of fysiologisch manager?). CNN-live wordt gepresenteerd door een vast panel bestaande uit Greg Dingeldein, Marco van Beusekom en Eef van der Worp. Schrijf u hier direct in!
|
|
Copyright © 2020. All Rights Reserved.
This newsletter is kindly supported by:
|
|
|
|
|
|
|
|